Vuren groeit in Europa en Noord-Azië.

Bij Vuren is  er geen verschil zichtbaar in kernhout en spint.

Vuren is een  naaldhout soort en is harshoudend.

De kleur van Vuren kan varieren van bijna wit tot bleek geelbruin.

Door het lang bloot te stellen aan licht en lucht verandert de kleur tot geelbruin.

Als je kwartiers gezaagde delen hebt zie je de streeptekeningen en bij dosse gezaagde delen zie je de vlamtekeningen op het hout.

Vuren is handmatig en machinaal goed bewerkbaar.

Eiken groeit in Europa en klein-Azië.

Bij Eiken is er verschil zichtbaar in kernhout en spint.

Kernhout bij Eiken is geelbruin tot donkerbruin gekleurd terwijl splint bijna wit is.

Bij kwartiers gezaagde delen zie je mooie karakteristieke glanzende spiegels.

Als je dosse gezaagde delen hebt zie je een vlammentekening.

In Eiken zit een hoog looistofgehalte waardoor in aanraking met ijzer het hout blauwgrijs verkleurt.

Essen groeit in Europa, klein-Azië, de oostelijke helft van Noord-Amerika, China en Japan.

De kleur van Essen is wit tot geelachting of lichtgeelbruin.

Als het net geschaafd is dan kan het zelfs een roze achtige tint hebben.

Een grote eigenschap van Essen is dat het heel goed kan buigen dat komt omdat het erg taai is.

Men denkt soms dat bruin Essen minder sterk is dan wit Essen terwijl dat helemaal niet zo is.

Omdat Essen zo taai en sterk is wordt het veel gebruikt voor turntoestellen hockeysticks, polobats, gereedschapsstelen. Maar natuurlijk meubels.

Kersen groeit in Europa Klein-Azië Zuidoosten van Canada en de oostelijke helft van Amerika.

Het hout van kersen heeft een geelbruine en later iets roodbruine kleur.

Kersen verkleurd als het in aanraking komt met ijzer of messing.

Dan krijgt het een grijs tot lichtgrijze kleur.

Soms zie je in Kersen kleine zwarte gomgangen.

Meestal word Kersen gebruikt voor meubelen, onderdelen van muziekinstrumenten en speelgoed.

Iepen groeit in Europa in het oosten van Noord-Amerika en Japan.

Het kernhout van Iepen is lichtbruin tot dof donkerbruin soms van een groenachtige glans.

Het spint is geelwit van kleur.

De eigenschappen van Iepen is dat het taai, vrij licht en meestal een gelijkmatige structuur heeft.

Vroeger werden Iepenstammen enige jaren onder water bewaart (te wateren)

Daardoor kreeg het spint meer de kleur van het kernhout.

Ook was dit erg goed voor de kwaliteit van het hout.

Esdoorn groeit in Europa, West-Azië, in het oosten van Noord-Amerika en canada.

Bij esdoorn is er bijna tot geen kleur verschil zichtbaar tussen kernhout en spint het is allebei wit tot crèmeachtige gekleurd.

In het algemeen heeft het een regelmatige structuur.

Een kenmerk van Esdoorn is bij kwartiers hout zie kleine spiegeltjes en een enigszins zijdeachtige glans.
in Esdoorn zie je soms mergvlekken dat is veroorzaakt door insecten.

Beuken groeit in Europa, West-Azië, in het oosten van Noord-Amerika en Japan.

Er zit vrijwel weinig tot geen kleur verschil tussen kernhout en spint het is allebei wit tot lichtbruin, na donkerend tot licht geelbruin.

Beuken is een van de meest gebruikte en bekende loofhoutsoorten.

Het wordt veel gebruikt bij voedingsstoffen omdat het hout smaakloos is.

Daarbij moet je denken aan ijsstokjes, brood planken en satéstokjes.  Ook wordt beuken veel gebruikt voor speelgoed.  

Gestoomd beuken is roze tot lichtrood gekleurd.

Het stomen van beuken gebeurt meestal en een soort betonnen bunker met stalen deuren.

Het proces is erg lastig omdat er makkelijk kleur verschil ontstaat door het te lang of te kort er in te hebben. Deze verkleuring heeft geen invloed op de sterkte van het hout. Door stomen neemt de werking af.

Grenen groeit in Europa en Noord-Azië.

Bij vers kernhout is de kleur lichtbruin.

Na een tijd wordt het hout donkerder en kan geelbruin tot roodbruin zijn.

Spint kan wit tot lichtgeel van kleur zijn.

Grenen is harshoudend.

Bij vers gezaagd of geschaafd grenen verspreidt het een aangename hars of terpentijn geur.

Na een tijd verdwijnt de geur weer maar als het hout weer wordt bewerkt komt de geur gelijk terug.

Noten groeit in Europa,  Azië, in het oosten, midden en zuiden van Amerika.

Bij kernhout kan de kleur licht grijsachtig bruin tot warm donkerbruin zijn.

Terwijl spint totaal anders is dat is wit achtig.

Als Noten vochtig is en met ijzer in aanraking komt kan je blauwzwarte verkleuringen zien.

Het splint word gemakkelijk door insecten aangetast.

Noten word vaak gebruikt voor televisie en pianokasten, muziekinstrumenten en geweerkolven.

Mahonie groeit in Tropisch Zuid-Amerika, elders in de tropen aangeplant, Midden-Amerika en Mexico.

Bij kernhout kan de kleur zalmkleurig, roze, rood tot roodbruin, na kleurend tot dieprood of bruin met een goudkleurige gloed.

Het spint is wit tot geel.

Mahonie is een fraaie, vaste, zachte, taaie en matig sterke houtsoort.

Het word meestal gebruikt voor meubelen en betimmering voor jachten.

Teak groeit in Myanmar/Birma, Indonesië(voornamelijk aangeplant op Java) India, Thailand, Indochina, tropisch Afrika(aangeplant) en tropisch Amerika(aangeplant)

Bij kernhout kan de kleur lichtbruin tot goudbruin zijn.

Door er licht bij te laten komen kan het soms donkerbruin tot zwart worden.

Nadat het is blootgesteld is aan licht zijn de meeste kleur verschillen weg getrokken.

Het spint heeft de kleur van vuil grijs.

Het oppervlak van Teak voelt zacht aan doordat het vettig is.

Dat  komt omdat er olieachtige stoffen in zitten.

Teak heeft een eigen geur, die volgends sommige op oud leer lijkt.

Palissander groeit in Tropisch Zuid- en Midden-Amerika, Zuid- en Zuidoost-Azië en Madagaskar.

Het kernhout kan geelbruin tot roodachtig paars soms bijna zwart gekleurd zijn.

Kleur verschil bij Palissander is erg groot, er is veel kleur verschil zelfs in het zelfde stuk kan veel zitten.

Palissander heeft onregelmatige gekleurde zones.

Die zones kunnen donkerbruin, paars tot zwart gekleurd zijn.

Sommige stukken kunnen sterk verbleekt zijn door blootstelling aan licht.

Bij bewerking van Palissander komt de stof Machaerium dat erg irriterend is voor de huid.

Wengé groeit in Zaïre en Tropisch Oost-Afrika, hoofdzakelijk Mozambique en Tanzania.

Als Wengé net gezaagd is heeft het een licht geelbruine kleur.

Wanneer het in het licht word gezet word het al snel donkerbruin.

Splinters zijn moeilijk te verwijderen en kunnen ontstekingen veroorzaken.

schuurstof van Wengé is erg gevaarlijk want het kan maagaandoeningen en huidontstekingen veroorzaken.